In het begin van de 5e eeuw, tijdens het Byzantijnse tijdperk, maakte de strategische ligging van Istanbul het een bloeiende hoofdstad, maar maakte het ook kwetsbaar voor watertekorten tijdens belegeringen en droge seizoenen. Om deze uitdaging aan te gaan werd de regenput tussen 428 en 443 na Christus gebouwd en werd hij gevoed door het Aquaduct van Valens, een opmerkelijk staaltje Romeinse techniek dat aan het eind van de 4e eeuw werd voltooid. Het water reisde van bronnen op het Thracische platteland, meer dan 20 kilometer verderop, door een netwerk van kanalen, tunnels en bruggen voordat het hier werd opgeslagen.